Op naar het hoogste motortreffen, de Stella Alpina

Een aantal jaar geleden hoorde ik voor het eerst over het hoogste motortreffen ter wereld: de Stella Alpina. Elk jaar komen hier honderden motorrijders samen in het tweede weekend van juli om vervolgens op zondag gezamenlijk de laatste pittige negen kilometer naar de top van 3009 meter te rijden. Dat lijkt natuurlijk een makkelijke opgave, maar de rit gaat over met gravel, grote stenen en zand verharde wegen. Dus je bent nog niet zomaar boven. Als je al boven kunt komen, want er is ook nog een reële kans op sneeuw op de top, wat het laatste stuk onbereikbaar maakt.

Op avontuur!

Vanaf het moment dat ik van dit treffen hoorde was ik gefascineerd en wilde ik er naartoe. Door omstandigheden duurde het nog een jaar of vier voor het er eindelijk van zou komen, maar dit jaar ging het eindelijk gebeuren!

Samen met twee bevriende motoravonturiers planden we een reis naar de Stella Alpina. Aansluitend reizen we door naar de Middellandse Zee waarbij we zoveel mogelijk, in de volksmond, onverharde wegen zullen gebruiken.

Lange rit

De donderdag voor het tweede weekend van juli vertrekken we in de avond. De motoren staan op de kar want we willen veel rijden en hebben maar een ruime week. Dus logistiek gezien was dit het slimste. En zo rijden we de nacht in richting Zuid-Frankrijk. Om een uur of tien in de ochtend komen we aan op een camping in de buurt van Albertville. De motoren worden van de kar geladen, tentjes worden opgezet en de rest van de dag rusten we uit, op een klein verkenningsritje door de omgeving na.

Zaterdagochtend, als alles is ingepakt en de motoren zijn bepakt, vertrekken we naar Bardonecchia. Hier begint de weg omhoog richting de Stella Alpina. Als we in het dorp aankomen merk je meteen de grote aanwezigheid van de vele motoren. Waarschijnlijk net als wij op weg naar het hoogste motortreffen van de wereld. Voor zover wij weten zijn er op de berg geen voorzieningen. Dus voor we richting het basiskamp van de Stella Alpina gaan eten en drinken we nog wat bij een lokale eetgelegenheid. Ook het toilet wordt nog even goed gebruikt en daarna op naar boven!

‘Geschikt’

Het eerste deel van de rit voert nog over een smalle asfaltweg. Maar als we Rochemolles voorbij zijn is het asfalt ver te zoeken. Stenen en gravel maken de route omhoog tot een uitdaging en duidelijk is dat dit niet iedereen even goed af gaat. Meer dan de helft van de motoren zou je als ‘geschikt’ bevinden om hier naar boven te gaan. Maar ook de minder geschikte motor zoals, buikschuivers, nakedbikes en de grote toerbuffels gaan hier gewoon omhoog.

Na een minuut of twintig komen wij aan in het basecamp op ongeveer 2200 meter hoogte.
We zijn zeker niet de eersten want er staan al heel wat tentjes opgesteld. Een stukje omhoog, aan de andere kant van een ondiepe greppel vinden we een geschikte plek om onze tentjes op te zetten. Rick blijft nog even in de greppel hangen, maar zodra hij al z’n bagage heeft gelost kan ook hij aan de slag met het opzetten van z’n tent.

Vallen en opstaan

Na het opzetten van de tentjes en even te hebben gechilled besluiten we om meteen door te rijden naar de top van de Col de Sommeiller. Morgen reizen we immers al verder naar de Middellandse zee. Als wij de eerste meters omhoog gemaakt hebben en even tijd nemen voor een fotomomentje, worden we voorbijgereden door een bikkel op een GSX-R600. Snel gaat het zeker niet, maar hij doet het wel maar mooi op z’n buikschuiver! Uiteraard zijn er al veel mensen die, net als wij, vandaag vast omhoog gaan. Maar het is gelukkig niet zo druk dat iedereen je voor de wielen rijdt.

Als ik bijna boven ben verliest het achterwiel z’n grip in een hairpinbocht en lig ik op grond. Gelukkig bezeer ik mezelf niet en is er aan de motor niets te zien. Snel zet ik de motor weer rechtop en wil ik weer wegrijden. Bam…nu lig ik op de andere kant van de motor plat omdat ik waarschijnlijk weer net iets te veel gas gaf. Gelukkig staat Noël inmiddels ook achter me en samen zetten we de motor voor de tweede keer rechtop.

Naar de top?

Uiteindelijk komen we aan op de top. Of najaa de top…. We komen tot ongeveer 2950 meter, want de top van 3009 meter is onbereikbaar door de sneeuw. De afgelopen tien jaar schijnt de echte top maar twee keer bereikt te zijn tijdens de Stella Alpina. Terwijl wij op onze maat Rick wachten genieten we van de lichte enduro’s die aan het hillclimben zijn tegen een naastgelegen top. Het ziet er heel indrukwekkend uit en een enkeling neemt zelfs een passagier mee achterop. Ook de Italiaan op de GSX-R600 komt aan op de top, gevolgd door Rick die helaas ook pech heeft gehad. Hij heeft blijkbaar in dezelfde bocht als ik op z’n plaat gelegen. Daarbij heeft hij  zijn spiegel en de bevestiging van de handkap gesloopt. Die heeft hem gelukkig wel behoed voor het afbreken van z’n koppelingshendel.

Richting basecamp

Een minuut of twintig later is het tijd om weer naar beneden te rijden. Dit gaat een stuk vlotter en we zoeven over de grote keien heen. Helaas gaat Noël daardoor wel met een flinke snelheid op z’n plaat en komt onder de motor terecht.
Snel beuren we de motor weer op en rijden we verder. Bij een riviertje wordt nog even een doorwading geoefend. Blijft toch leuk, ook al ligt er een brug naast. Een half uur nadat we op de top stonden staan we alweer in het basecamp.
Nog steeds blijven er nieuwe motorrijders aankomen, maar voor ons is het inmiddels tijd voor een gevriesdroogde maaltijd. De benzinebrander wordt erbij gepakt en twintig minuten later hebben we alle drie ons avondeten voor onze neus staan. En ik moet zeggen dat het prima te eten is!
Tegen de avond worden er hier en daar wat kampvuurtjes gebouwd en lopen wij nog even een rondje door het basecamp. Wat opvalt is dat er eigenlijk verder bijna geen Nederlanders zijn. We spotten namelijk maar één andere Nederlandse motorfiets. Bij een vlakbij gelegen berghut drinken we nog wat en daarna gaan we terug naar de tentjes om ons klaar te maken voor een frisse nacht op hoogte.
Nog voor we erin liggen hoor je ergens een motorfiets vol in de toerenbegrenzer gillen. En een paar seconden later aan de andere kant van het basecamp weer een andere. Tot een uurtje of één in de nacht gaat dit nog even met regelmaat gezellig door! Echt slapen lukt helaas niet, maar het is wel een prachtig sfeertje wat hier hangt!

De volgende dag

‘s Morgens ben ik al redelijk op tijd wakker terwijl de rest nog ligt te pitten. Ik begin maar vast met inpakken want we hebben nog een mooie rit te gaan vandaag naar het Fort Jafferau.
Als de rest eenmaal wakker is haal ik bij de berghut even wat panini’s hamkaas zodat we er voorlopig weer tegenaan kunnen. Rick is inmiddels tot de conclusie gekomen dat het opladen van al je droneaccu’s plus je telefoon de accu van je motor leegtrekt. Die moeten we dus nog even aanlopen. Dat wil niet direct heel makkelijk, maar met wat hulp van anderen hebben we hem zo weer aan de praat!

Rond 10.00 uur verlaten we uiteindelijk het basecamp van de Stella Alpina op weg naar Bardonecchia. We zijn klaar voor de rest van ons avontuur.

De Stella Alpina heeft een blijvende indruk gemaakt en weet ik zeker dat ik nog eens terugkom. Of dat volgend jaar al is weet ik niet. Want er is nog zoveel meer moois te ontdekken met met de motor. Ik kan deze trip aan iedere avontuurlijke motorrijder aanbevelen! En het maakt daarbij echt niet uit op wat voor motor je rijdt!